Categorieën
Columns

Kort geding: enkele kenmerken

Juridische procedures kunnen lang duren; maanden zo niet jaren. Soms kunnen geschillen niet zolang wachten op een beslissing. Denk bijvoorbeeld aan het geval dat een journalist dreigt een vernietigend artikel te publiceren over bepaald persoon of wanneer een partij kennis omtrent een productieproces heeft gestolen en met gebruikmaking hiervan goedkoop producten op de markt brengt, waardoor de marktpositie van de andere partij wordt uitgehold. Dit zijn spoedeisende kwesties omdat in het eerste geval de reputatie van de betrokkene persoon onherstelbaar kan worden beschadigd of die (in het andere geval) de betreffende partij in zijn voortbestaan kan bedreigen. In deze spoedeisende kwesties kan een kort geding uitkomst bieden. Een kort geding is een zelfstandige procedure, met als doel op korte termijn (soms binnen enkele dagen of korter) een voorlopige beslissing te krijgen, die vooruit loopt op de uitslag in een normale procedure (de bodemprocedure).  

Een kort geding wordt behandeld door de voorzieningenrechter. Omdat zijn beslissing  voorlopig is, is de rechter in de bodemzaak hieraan niet gebonden en deze kan dus uiteindelijk tot een ander oordeel komen. 

De voorzieningenrechter kan bijvoorbeeld aan de betreffende journalist een (voorlopig) publicatieverbod opleggen of (in het andere geval) de partij die de goedkope producten op de markt een (voorlopig) verbod opleggen om daarmee verder te gaan. Hij kan echter deze partijen bijvoorbeeld niet (definitief) veroordelen tot het betalen van schadevergoeding. 

De door de voorzieningenrechter opgelegde verboden – waaraan meestal een dwangsom is verbonden bij overtreding – gelden dan tot dat door de rechter in de bodemzaak een definitieve beslissing is gegeven. Meestal is echter een uitspraak in kort geding al voldoende om een geschil te beslechten, in die zin dat partijen zich neerleggen bij die uitspraak en afzien van het voeren van een bodemprocedure

Het voeren van een kort geding heeft zoals gezegd alleen maar zin als sprake is van een spoedeisend belang bij de eiser (zoals in bovenstaande voorbeelden). Is dat er niet dan zal de vordering worden afgewezen. De voorzieningenrechter kan de vordering ook afwijzen als een zaak te gecompliceerd is en hij daardoor – het is een korte procedure waarin geen ruimte is om getuigen of deskundigen te horen – geen goed oordeel kan geven. Hij verwijst partijen dan doorgaans naar de bodemprocedure.

Als het een zaak is die bij de rechtbank dient (dat hangt van de aard van het geschil af) behoeft alleen de eisende partij te worden bijgestaan door een advocaat. Is het een zaak die behoort tot de competentie van de kantonrechter (zoals huur- en arbeidszaken) dan heeft ook de eisende partij geen advocaat nodig. Niettemin is het steeds verstandig om u juridisch te laten bijstaan ook al bent u daartoe niet verplicht.

Tot zover in kort bestek enkele zeer algemene kenmerken van het kort geding. Mocht u vragen hierover hebben of met een spoedeisende kwestie worden geconfronteerd dan kunt u zich tot mij wenden.

Hans van den Assem Advocatuur

Deze column werd eerder gepubliceerd in het blad Altena Business. De hierin vervatte informatie is alleen bestemd voor algemene informatiedoeleinden. De verstrekte informatie is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Vanwege de gecompliceerde en veranderlijke aard van wet- en regelgeving, kan niet worden gegarandeerd dat deze informatie compleet, actueel, juist en/of accuraat is op het moment dat deze wordt geraadpleegd en dat deze van toepassing is op een specifiek geval. Wij raden u derhalve aan contact op te nemen met een jurist voordat u handelt of beslist.